Eiwitvoorziening
Europa is niet zelfvoorzienend in de eiwitbehoefte van mens en dier. Dat betekent dat het werelddeel afhankelijk is van eiwitimporten en daarmee een zekere kwetsbaarheid heeft om te voorzien in de behoefte. “De coronacrisis heeft laten zien hoe belangrijk het is dat je grondstofaanvoer ten behoeve van de voedselketen kunt veilig stellen.”
Daarnaast neemt de maatschappelijke druk toe als het gaat om de grootschalige eiwitimport. Berekeningen laten zien dat grootschalige teelt van eiwitrijke grondstoffen in Europa op korte en middellange termijn nog geen antwoord biedt op de roep uit de samenleving om de import volledig op te vangen. “Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwit. Het zijn bouwstenen die we in een fabriek kunnen maken met behulp van regionale grondstoffen. Wij zijn ervan overtuigd dat Europese aminozuurproductie op die basis een belangrijke bijdrage kan leveren aan duurzame productie én regionale voedselzekerheid.”
Compleet
Voordeel van het gebruik van een complete eiwitrijke grondstof zoals sojaschroot is dat met een grondstof wordt voorzien in de eiwit- en aminozuurbehoefte in de voersamenstelling. Nadeel is dat met zo’n grondstof veel eiwit en aminozuren boven de behoefte van het dier levert. Met een complete grondstof kan niet op aminozuurniveau worden gestuurd richting de behoefte van het doeldier. “Dat kan wel met industriële aminozuren.” Onderzoek toont volgens Corrent aan dat het toevoegen van specifieke aminozuren bovendien resulteert in betere voerbenutting en diergezondheid. “Bijkomend voordeel is dat de levenscyclusanalyse van het eindvoer gunstiger is en bijdraagt aan de duurzaamheid in de productieketen.”
Essentieel
Bij de productie richt Ajinimoto zich met name op de essentiële aminozuren. “In principe kunnen we via ons productieproces alle aminozuren maken. Methionine dat langs chemische weg goedkoop geproduceerd, maken we niet. We richten ons op die aminozuren waarmee we via fermentatie een meerwaarde kunnen bieden voor mens, dier en milieu.”
Op dat laatste aspect legt de producent ook steeds meer de nadruk. “Als je kijkt naar de wereldvoedselconsumptie, dan neemt vleesconsumptie nog altijd toe. Maar met name Europese consumenten vinden wel dat de productie daarvan anders moet, met minder impact op ontbossing en klimaatverandering. Onze aminozuren mogen dan aan het begin van de productieketen zitten, door hiervoor te kiezen, heeft een producent impact op het eind van de keten, op het bord van de consument en het milieu. Die toegevoegde waarde, daarop is onze strategie gericht.”
Stroomversnelling
Dat heeft er ook toe geleid dat de productie van verschillende essentiële aminozuren bij Ajinomoto in een stroomversnelling is geraakt, legt Corrent uit. “De productie van lysine die in de jaren 70 op gang kwam, was toen al gericht op vervanging van een deel van de soja in de voersamenstelling. Inmiddels weten we door het vele onderzoek van de afgelopen decennia dat we ook met andere aminozuren een extra verschil kunnen maken.” Om die reden werd na lysine de productie van threonine, tryptofaan, valine
en leucine opgepakt, essentiële aminozuren die in de varkenshouderij bijdragen aan algehele diergezondheid, verminderen van diarree en het reduceren van de stikstofuitstoot. Andere aminozuren volgden en verfijnden telkens de voordelen voor dier en milieu.
De afgelopen jaren is onder de maatschappelijke druk vooral gekeken naar het verlagen van de eiwitgehaltes in voer. Die blijken wel omlaag te kunnen op voorwaarde dat geen concessies worden gedaan in de aminozuurbehoefte van de dieren. “Verlaging van het eiwitgehalte levert een positieve bijdrage aan het beperken van klimaatverandering, verzuring en eutrofiering. Er zijn weinig maatregelen die op al deze drie aspecten zo’n impact hebben en dus de CO2-voetafdruk gunstig beïnvloeden”, aldus directeur duurzaamheid Nicolas Martin.
Gezondheid
“De voeraanpassing mag daarbij natuurlijk niet ten koste gaan van de functionaliteit en diergezondheid. Uitdaging daarbij is het vinden van een balans tussen de impact op het klimaat en de gevolgen voor het dier”, benadrukt Martin. Hoeveel speelruimte een voer biedt in de verlaging van het gehalte ruw eiwit, hangt sterk af van de basisgrondstoffen. “Het maakt een enorm verschil of wordt geformuleerd op basis van mais of tarwe”, licht Corrent toe. Die variatie zette Ajinomoto ertoe aan versneld andere
aminozuren op de markt te brengen dan het reeds bekende assortiment . “Om in te spelen op de veranderende klantwensen en voersamenstellingen, is een uitgebreider assortiment aminozuren nodig. Waar we voorheen elke tien jaar een nieuw product ontwikkelden, zitten we nu in een stroomversnelling.” In de zomer van 2021 wordt de productie in Amiens uitgebreid met arginine, een belangrijk aminozuur in de voersamenstelling van met name vleeskuikens.