Geen compromis meer
Indien alle aminozuren uit de grondstoffen zouden moeten komen en men wil voor optimale groei hoge gehaltes aan aminozuren verstrekken, dan resulteert dit dus in extreem hoge eiwitniveaus. Omdat het dier niet al dit eiwit zal verteren en benutten in de dunne darm, zal een groot gedeelte van het onverteerde eiwit doorstromen naar de dikke darm. Onverteerd eiwit in de dikke darm wordt gefermenteerd (afgebroken tot onder andere ammoniak) en dit zorgt voor grote darmstoornissen met diarree tot gevolg. Om darmstoornissen te voorkomen worden biggenvoeders daarom geformuleerd op lagere eiwitniveaus. Om tekorten in de limiterende aminozuren te voorkomen worden de limiterende aminozuren in vrije vorm toegevoegd.
Tot op heden had de diervoederindustrie de mogelijkheid om vrij lysine, vrij threonine, vrij methionine en vrij tryptofaan toe te voegen. Het ruweiwitgehalte kon men dus laten dalen totdat men het punt bereikte dat het vijfde aminozuur (valine) limiterend werd. Omdat tot op heden geen vrij valine beschikbaar was, moest altijd naar een compromis gezocht worden. Of men formuleerde op een zeer laag (veilig) eiwitniveau en nam genoegen met lagere aminozuurgehalten (lagere groeipotentie). Of men formuleerde op zeer hoge aminozuurniveaus en nam op de koop toe dat het eiwitgehalte te hoog werd. Als men op de grens formuleert, bestaat de kans dat het gehalte aan de eerste vier aminozuren wel op peil is, maar dat het gehalte aan het vijfde limiterende aminozuur simpelweg te laag is. In dit geval kunnen de hoge niveaus aminozuren niet benut worden.
Met de komst van vrij valine heeft de voerindustrie dus de mogelijkheid om het vijfde limiterende aminozuur op het optimale niveau te verstrekken en toch op een laag eiwitniveau te formuleren. In veilige voeders (met nu al een laag eiwitgehalte) kan het aminozuur niveau dus worden opgetrokken, waardoor hogere groei te bereiken is. In prestatievoeders (met hoog aminozuren, maar ook hoog eiwit) heeft men nu de kans om de hoge aminozuurniveaus vast te houden en significant te zakken in eiwit. Deze voeders worden dus veiliger. Hier is dus dubbel voordeel voor de varkenshouder te bereiken. Met veiligere voeders (lager eiwit) kunnen betere prestaties (hogere aminozuren) gehaald worden.